donderdag 21 februari 2013

Evolutie dividend 1850-1913

Ondertussen weten we dat de waarde van de Belgische frank stabiel bleef tussen 1832 en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Laten we nu eens kijken hoe het dividend, in die periode van waardevastheid van de frank, evolueerde van het minimum van 60 frank dat vastgelegd werd in de statuten. 1860 dividend 103,75 frank; 1870 dividend 110,50 frank; 1880 dividend 105 frank; 1890 dividend 115 frank; 1900 dividend 141 frank; 1910 dividend 166 frank; 1913 dividend 170 frank.

Hierbij dus niet uit het oog verliezen dat een frank in 1910 evenveel waard was als een frank uit 1850!  Waarom?
Omdat hieruit blijkt hoe redelijk mijn vraag is om het dividend aan te passen aan het eerste dividend van 60 frank uit 1850! In feite zouden we ons beter focussen op het dividend van 170 frank uit 1913.

Manipulatie en bedrog

Als je een leugen maar lang genoeg blijft herhalen, beginnen de mensen ze op termijn als waarheid te beschouwen.
Zo is het onder andere gegaan met de slogan "het goud van de NBB is van de Staat". Zo schreef ik in de jaren negentig zelf brieven naar mijn klanten met daarin duidelijk vermeld dat het goud van de NBB eigendom was van de Staat.
Overal werd deze leugen verkondigd en als dat maar lang genoeg duurt, neem je vanzelf aan dat het zo is tot je toevallig ergens geconfronteerd wordt met een tegenstrijdigheid en je voor alle zekerheid toch maar eens gaat kijken of het wel klopt.
Sinds 30 juli 2012 worden we op de website van De Tijd geconfronteerd met een duidelijk voorbeeld van zulke spelletjes.
Heel wat NBB aandeelhouders herinneren zich de moeite die ik gedaan heb om de onrechtmatige betalingen aan de Staat, die een gevolg waren van de schuld die de Staat had tegenover de NBB, te staken. Na de algemene vergadering van vorig jaar was dit plotseling snel geregeld, wellicht hadden we ergens een materie aangeraakt waaruit problemen zouden kunnen voortvloeien.

De Standaard en De Tijd blokletterden dat minister Vanackere de oorlogsschuld van de NBB aan de Staat kwijtschold. Dit moest uiteraard andersom zijn, het was de Staat die een oorlogsschuld had bij de NBB.
De Standaard zette deze vergissing de dag daarna recht doch De Tijd weigert die om één of andere reden te doen ondanks het feit dat ik hen al herhaalde malen op deze zware fout gewezen heb. Ondertussen krijgt iedereen, die het aandeel NBB aanklikt, op de website van De Tijd nog steeds deze foutieve informatie te lezen.

De link met het dividend van de NBB

Iedereen kent ondertussen mijn standpunt dat het eerste dividend van een Nationale Bank aandeel, van 60 frank uit 1850, dient aangepast te worden aan de evolutie van de koopkracht.
Als we rekening houden met het verhaal dat ik in mijn vorige bericht schetste betekent dit dat het eerste dividend van 60 frank uit 1850 moet opgetrokken worden naar 26.000 frank (644 euro) vandaag om dezelfde waarde als in 1850 te vertegenwoordigen.
Rekening houdend met het feit dat de goudprijs bijlange niet de evolutie van de koopkracht gevolgd heeft, is mijn vraag, om dit eerste dividend op te trekken tot 600 euro, zoals steeds eerder bescheiden.

De reden voor het achterblijven van de goudprijs moet niet ver gezocht worden.
Wereldwijd werken de centrale banken reeds ongeveer honderd jaar samen om de goudprijs kunstmatig laag te houden zodat snoodaards niet op het idee zouden komen om goud te gaan beschouwen als vervangmiddel voor hun papieren beloftebonnen.

De geschiedenis van de Nationale Bank sedert 1926 is er eentje van bedrog, misleiding, beroving van de privé aandeelhouders en geschiedenisvervalsing. In de loop van de komende jaren zullen we dit bedrog stap voor stap blootleggen.
Daarbij zullen we twee vliegen in één klap slaan: we zullen aantonen op welke onrechtvaardige manier de privé aandeelhouders van de NBB van het grootste deel van hun eigendom beroofd werden en we zullen netjes kunnen uitleggen hoe de huidige financiële crisis geboren werd en hoe ze aangroeide tot een alles verwoestende tsunami.

Het bedrog met het papier!

Bij het volgende verhaal moet je rekening houden met het feit dat de goudprijs vandaag slechts gedeeltelijk de enorme waardevermindering van het papiergeld weerspiegelt.
De goudprijs is met andere woorden historisch gezien fel ondergewaardeerd doch je krijgt toch een idee van hetgeen er zich afgespeeld heeft.

Met de wet van 25 juni 1932 wordt de waarde van de frank als volgt bepaald: 1 Belgische frank = 4,5 gram fijn zilver = 0,290322 gram fijn goud 1 kilogram goud = 15,5 kilogram zilver.
Met de wet van 25 oktober 1926 legt de regering volgende pariteit vast: 1 Belgische frank = 0,0418422 gram goud of een devaluatie van 85%.
Met de wet van 31 maart 1936 wordt de waarde van de frank als volgt omschreven: 1 Belgische frank = 0,0301264 gram goud of een devaluatie van 28%.
Op 1 mei 1944 bedraagt de waarde van de onze frank nog 0,0202765 gram goud of een devaluatie van 33%.
Met de wet van 22 september 1949 bepaalt de regering de waarde van de frank als volgt: 1 Belgische frank = 0,01777341755 gram goud of een devaluatie van 12%.
Vandaag is onze frank nog 0,0006523 gram goud waard of een waardedaling met 96,33%.

In totaal daalde de waarde van de frank, uitgedrukt in goud, tussen 1832 en heden met 99,77%. Iedereen kent het spreekwoord "eerlijk als goud", degenen die dit wensen te vervangen door "eerlijk als politici en politiek benoemde centrale bankiers" zijn uiteraard vrij om dit te doen.

zaterdag 16 februari 2013

Waardevastheid geld!

Zoals reeds talloze malen herhaald, is het belangrijk om te begrijpen dat bij de oprichting van de centrale banken het allerbelangrijkste was dat die instellingen garant stonden voor het bewaken van de koopkracht van het geld.
Enkel en alleen als het publiek zou geloven dat het papier van de centrale bank even veilig was als het goud of het zilver, dat het moest vervangen, zouden de mensen bereid zijn om dit papier te aanvaarden als betaalmiddel.
In de tweede helft van de negentiende eeuw hadden de burgers echter nog een gezonde achterdocht tegenover het papier van de Nationale Bank en een groot deel van de Belgen weigerde daarom een betaling in papiergeld, ze eisten een betaling in klinkende munt. Door de wet van 20 juni 1873 werd dit echter onmogelijk gemaakt omdat het papiergeld van de NBB vanaf dat ogenblik door de wetgever tot "wettig betaalmiddel" werd gepromoveerd.
Vanaf dat moment zaten de Belgen met de gebakken peren doch ze hadden in die tijd wel het geluk dat de Nationale Bank nog een fatsoenlijke instelling was die nauwgezet haar plicht vervulde.
Tot en met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bleef de waarde van onze munt dan ook stabiel.

In eerdere berichten schreef ik hier al hoe de Belgische politici, hand in hand met de commerciële bankiers, in 1926 komaf maakten met de onafhankelijkheid van de NBB en zodoende de zaden voor de huidige financiële crisis een vruchtbare bodem bezorgden.
Dat het normaal en belangrijk is, voor het welzijn van de bevolking, dat het geld zijn waarde behoudt, kun je ook al terugvinden in het Oude Testament en voor de moslims in de sharia.
De sharia gaat het verst door gewoonweg het aanrekenen van intrest te verbieden.
Waarom zou je immers rente aanrekenen? Je leent vandaag tien zilverstukken aan iemand en die persoon betaalt jou volgend jaar terug met tien zilverlingen die nog steeds hetzelfde waard zijn.
De Bijbel is een beetje genuanceerder want daar maakt men duidelijk het verschil tussen professionele geldhandelaars en particulieren die geld uitlenen om iemand uit de nood te helpen.
In het Boek Exodus zegt vers 22:24 het volgende:
"Wanneer ge geld leent aan een arme van mijn volk onder u, zult ge u tegenover hem niet als een geldschieter gedragen, en geen rente van hem vragen".
Het is duidelijk dat zulke wijze richtlijnen enkel kunnen werken als de waardevastheid van het geld gegarandeerd is.
De Bijbel verbiedt het lenen van geld niet expliciet, maar staat dit ook niet expliciet toe. De wijsheid van de Bijbel leert ons dat het gewoonlijk geen goed idee is om schulden aan te gaan.
Schulden maken ons in essentie een slaaf van degene aan wie we iets verschuldigd zijn.
Tegelijkertijd is het aangaan van schulden soms een “noodzakelijk kwaad”. Zo lang als er op een wijze manier met geld wordt omgegaan en de betalingen binnen de perken blijven kan een Christen de last van een financiële schuld op zich nemen als dit noodzakelijk mocht zijn.
Wellicht zou het raadzaam zijn, mochten de politici in Europa, Amerika en Japan zich eens in die lectuur zouden verdiepen.

woensdag 13 februari 2013

Brooklyn anno 1853

Een nieuw huis in Brooklyn New-York kostte in 1853 ongeveer 2.500 dollar; Een studio in Brooklyn, met een oppervlakte van 83,55 vierkante meter, kost vandaag 975.000 dollar.
De prijs voor een vierkante meter bouwgrond in hartje Brussel bedroeg 350 frank in 1872 (Gedenkboek ASLK pagina 117).
Vandaag staat er op immovlan.be een stuk bouwgrond te koop te Schaarbeek oppervlakte 242 vierkante meter, vraagprijs 299.000 euro of 49.841 frank per vierkante meter.
Een huis in Brooklyn is uiteraard niet hetzelfde als een studio en een vierkante meter bouwgrond aan het Brouckèreplein is natuurlijk niet te vergelijken met bouwgrond in een achterliggende straat in Schaarbeek doch deze voorbeelden geven duidelijk aan dat een dollar of een frank uit 1870 niet hetzelfde is als vandaag.

Inflatie tussen 1835 en 1914

De Nationale Bank van België verschaft ons volgende gegevens betreffende de inflatie tussen 1835 en 1914.
Als we het prijspeil uit 1914 gelijkstellen aan 100 geeft dit volgend beeld: 1835: index 88; 1840: index 96; 1850: index 88; 1860: index 100; 1870: index 101; 1880: index 99; 1890: index 90; 1900: index 89; 1910: index 92; 1914: index 100.
Je ziet hoe de Nationale Bank in die tijd haar taak als behoeder van de koopkracht van de frank nauwgezet invult.
Uiteraard zorgen spanningen, revoluties en dergelijke regelmatig voor fluctuaties, de centrale bank zorgt ervoor dat het effect van eventuele inflatie ongedaan gemaakt wordt.

Deze informatie is cruciaal om te begrijpen waarom er bij de oprichting van de NBB niet voorzien werd in het indexeren van dat eerste dividend van 60 frank.
Waarom zou men rekening moeten houden met een fenomeen dat niet mocht bestaan?
De NBB was immers opgericht om er voor te zorgen dat de frank zijn koopkracht zou behouden. Tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog doet de NBB plichtsbewust datgene waarvoor ze opgericht was.

dinsdag 12 februari 2013

Uurlonen bij Barco

Barco werd door vader Jules en zoon Lucien De Puydt in 1933 opgericht als de Belgian American Radio Corporation.
Google Jules en Lucien De Puydt en je krijgt een mooi verhaal over ondernemerschap en de geboorte van een Vlaamse multinational.

In dit interessante verhaal vind je tevens verschillende data over de evolutie van de uurlonen bij Barco in de jaren 1930: In 1933 verdiende een arbeider bij Barco 1 frank per uur; In 1935 ontving een arbeider bij Barco 2,75 frank per uur; In 1936 werd het loon, in een pre-revolutionair klimaat, opgetrokken tot 4 frank per uur; In 1935 nam Lucien De Puydt ingenieur Georges Hansé aan, de aanwerving van Hansé zou het begin worden van een heus ingenieursteam. Het beginsalaris van ingenieur Hansé bedroeg 1.000 frank per maand.

Het brutodividend voor een Nationale Bank aandeel bedroeg in het crisisjaar 1935 exact 98,94 frank. Ter vergelijking: over het boekjaar 1930 keerde de NBB nog een dividend van 160,24 frank bruto uit. Het dividend van de NBB weerspiegelt hier dus duidelijk de impact van de crisis. Terwijl de lonen van arbeiders meer dan verdubbelden, ging het dividend met 38% naar omlaag.

vrijdag 8 februari 2013

Effecten inflatie: huisbrandolie

Een vriend bezorgde mij een factuur voor de levering van mazout op 1 juni 1978. BTW inclusief kostte een liter mazout op die datum welgeteld 4,35 Belgische frank.
Vandaag kost een liter van dit kostbare vocht 36 frank of een stijging met 727%.

Vraag 2 aan Philippe Maystadt

In Uw uiteenzetting heeft U gewezen op het belang van de Europese Bankenunie. U heeft tevens verteld over de problemen in Duitsland ingevolge de "relaties" tussen politici en hun Landesbanken.
U heeft de voorbije dagen ongetwijfeld gehoord over de problemen van premier Rajoy in Spanje als gevolg van de vermeende sponsoring van de socialistische partij door vastgoedtyconen.
Als er in een land als Duitsland al dubieuze situaties opduiken in verband met relaties tussen banken en politici.....
Gelooft U dat Spaanse, Italiaanse, Franse en andere politici Duitse auditeurs toegang zullen geven tot de interne keukens van hun banken zodat alle frauduleuze operaties blootgelegd kunnen worden? Antwoord van de minister: ze hebben geen keuze, ze zullen moeten.
Mijn reactie: die politici gaan zichzelf dus vrijwillig uitleveren aan het gerecht zodat ze naar de gevangenis kunnen gestuurd worden?
Reactie van de minister: een zeer bezorgde blik.

Vraag 1 aan Philippe Maystadt

Mijnheer de minister, ik bewonder Uw moed om een verloren zaak als de euro publiekelijk te komen verdedigen.
Een verloren zaak omdat een huis zonder funderingen op termijn instort, een verloren zaak omdat men een probleem van teveel schulden nooit kan oplossen door nog veel meer schulden te maken. Mijnheer Draghi mag bluffen zoveel hij wil, zijn sprookjes zullen ingehaald worden door de realiteit.

Mijnheer de minister, in 1970 was België nog één van de tien rijkste landen ter wereld, vandaag is ons land een land met enorme financiële problemen. Wat is er volgens U fout gelopen?
De minister begon toen aan een uitvoerig betoog over de Belgische export in de golden sixties en de opkomst van China, Brazilië & co om geen echt antwoord te moeten geven op de vraag.

Wraakroepend!

In 1970 was België nog één van de tien rijkste landen ter wereld met enorme reserves en een werkloosheid die verwaarloosbaar was.
Vandaag is ons landje, met schulden die nooit kunnen terugbetaald worden en sociale verplichtingen die nooit kunnen ingelost worden, virtueel failliet.
Door het waardeloos maken van het papiergeld en te herstarten, zullen we uiteindelijk toch verder kunnen boeren.
Hoe is dit kunnen gebeuren? Waarom hebben onze grote leiders niet ingegrepen ? 
Op de Algemene Vergadering van de Nationale Bank dd. maandag 27 mei 2013 kunt U de mensen, die een belangrijke rol in dit drama gespeeld hebben, persoonlijk aanspreken.

Onze onafhankelijke gouverneur Luc Coene begon zijn carrière bij de Nationale Bank in 1973 en werd een hoofdrolspeler in de Belgische politiek.
Onafhankelijk gouverneur Coene heeft gans de periode van rijk naar arm bewust meegemaakt van op de eerste rij.
De Algemene Vergadering van de NBB is zodoende het moment bij uitstek om uit te vissen wat er juist fout gelopen is.

Gisteren was minister van Staat Philippe Maystadt op post te Charleroi alwaar hij kwam uitleggen dat de euro een sterke munt was zonder problemen.
Philippe Maystadt is quasi ononderbroken minister geweest van 1979 tot 1998, hij was onder meer minister van Begroting en gedurende tien jaar minister van Financiën.
Uiteraard stelde ik hem de vraag hoe het mogelijk was dat België in deze toestand verzeild was geraakt en als een gewiekst politicus ontweek hij handig de hete aardappel doch de boodschap was duidelijk aangekomen bij het publiek. Maystadt vertelde ook over de Europese Bankenunie waarbij hij wees op de problemen in Duitsland met de dubieuze banden tussen Duitse politici en hun befaamde Landesbanken.

Lange lijst!

De lijst met landen die hun burgers ruïneerden via hyperinflatie is bijzonder lang terwijl landen als Spanje, Italië, Portugal enzovoort de waarde van hun munt met meer dan 99,9% uitholden via de weg van de gewone inflatie.
België doet het, met een koopkrachtverlies van een goede 99,7%, tot op heden behoorlijk goed.
De munt der dappersten aller Galliërs is vandaag nog een kleine 0,3% waard in vergelijking met honderd jaar geleden, een prestatie om trots op te zijn.

Nog enkele voorbeeldjes van hyperinflatie: Argentinië kende een periode van hoge inflatie van 1975 tot 1991 met hyperinflatie tussen mei 19989 en maart 1990.
Eén peso uit 1992 stond gelijk met 100.000.000.000 pre-1983 pesos.
In Brazilië staat de waarde van 1 real vandaag (+/-15 frank) ongeveer gelijk met 2.750.000.000.000.000.000 oude réis (meervoud van real).

Wat er na de ineenstorting van het Keizerrijk China en het Tsaristische Rusland gebeurde met het papiergeld en met de obligaties, die door deze landen werden uitgegeven, behoeft geen verder uitleg. Na de liquidaties van de laatste keizer en tsaar waren de garanties "gewaarborgd door de keizer" evenveel waard als de holle beloftes van Mario Draghi, de vertegenwoordiger van Goldman Sachs bij de ECB.
Na de ineenstorting van de Sovjet Unie hadden de trotse bezitters van Russische roebels opnieuw prijs. De roebel devalueerde van 40 roebel per USD in 1991 naar 5.000 roebel per dollar in 1997.
In 1998 werd een nieuwe roebel ingevoerd die gelijk was aan 1.000 oude roebels. Op dat moment werd de verhouding uit de voorgaande zin dus 5 nieuwe roebels voor één USD.
In de tweede helft van 1998 tuimelde de nieuwe roebel naar een niveau van 30 roebel per dollar.

Op het moment dat de tsaar in Rusland en de Chinese keizer verdreven werden, waren er in de Westerse wereld weinig beleggers die geloofden dat men ooit in staat zou zijn om deze machtige heersers van hun troon te stoten met als gevolg dat massa's beleggers met pakken "veilige" Chinese en Russische obligaties bleven zitten.

Tot op het allerlaatste moment zullen Draghi, Van Rompuy en onafhankelijk gouverneur Luc Coene van de NBB blijven vertellen dat er niks aan de hand is, dat de crisis bijna achter ons ligt en dat ze zullen doen wat nodig is om de euro overeind te houden.
Zij gaan reddingsfondsen opzetten, de economie stimuleren en massa's waardeloze staatsleningen kopen met geld dat ze niet hebben.
Al deze dingen gaan ze realiseren met geld dat ze gewoonweg zullen bijdrukken.

De uitkomst van dergelijke dwaze plannen staat in de sterren geschreven: "Door waardeloze obligaties te kopen, met vers gedrukt geld zonder onderpand, maken deze mensen Uw papiergeld, Uw spaarboekjes, Uw levensverzekeringen, Uw pensioen.... waardeloos".

Indien U dit niet prettig vindt, moet U op maandag 27 mei zeker naar de Algemene Vergadering van de Nationale Bank komen zodat U persoonlijk aan de verantwoordelijken kunt vragen waarom zij U dit aandoen.

donderdag 7 februari 2013

De gewone inflatie!

Verlies bij dit alles niet uit het oog dat, in de landen die gespaard bleven van het fenomeen hyperinflatie, de gewone inflatie sedert het begin van deze eeuw gemiddeld 99,7% van de waarde van het papiergeld verpulverde.
Aangezien het de kerntaak van onze onafhankelijke centrale bankiers is, om te waken over de waarde van het geld, kun je op basis van dit gegeven hun rapport opmaken.
Onze centrale bankiers haalden zodoende 0,3 punten op honderd en zijn daarom ons vertrouwen meer dan waard.

Brood

Het feit dat Joegoslavië op 1 januari 1994 een nieuwe dinar invoerde die gelijk was aan 100.000.000.000.000.000.000 pre-1990 dinar zegt niet zoveel omdat dergelijke absurde bedragen het menselijk verstand te boven gaan.

Aan de hand van de evolutie van de prijs van een brood kunnen we de materie op een begrijpelijke manier voorstellen.
Ziehier de evolutie van de broodprijs in Duitsland tussen 1914 en 1924:

In 1914 kostte een brood 0,13 mark;

In 1918 kostte een brood 0,22 mark (+69%);

In 1920 steeg de broodprijs tot 1,20 mark (+45%);

In juni 1922 was de broodprijs gestegen tot 3,50 mark (+192%);

In januari 1923 bedroeg de broodprijs 700 mark (+20.000%);

In mei 1923 was de kostprijs van een brood gestegen tot 1.200 mark (+71%);

Op 25 juli 1923 was de broodprijs gestegen tot 100.000 mark (+8.233%);

Op 2 september 1923 moest je twee miljoen mark neertellen voor een brood (+1.900%):

Op 20 oktober 1923 kostte een brood 670 miljoen mark (+33.498%):

Op 1 november 1923 betaalde een Duitse burger 3 miljard mark voor een brood (+347%);

Op 15 november 1923 was een brood 80 miljard mark waard (+2.566%).

Op die vijftiende november 1923 kostte een pint bier welgeteld 50 miljard mark.

Op diezelfde vijftiende november 1923 introduceerde de Duitse regering een nieuwe munt genaamd de Rentemark. De Rentemark werd gewaardborgd door al het land en de industrie die in handen van de Duitse overheid was.
Eén nieuwe Rentemark was gelijk aan 1.000 miljard oude marken.

Nu het geld terug gedekt was door bestaande activa in plaats van door de beloftes van politici stabiliseerde de nieuwe munt doch quasi alle Duitse burgers bleven geruïneerd achter.

Begin 1924 kostte een brood opnieuw 0,35 Rentemark. In oude marken was dat 350 miljard mark of 337% meer als op 15 november 1923.

woensdag 6 februari 2013

Hyperinflatie

Hyperinflatie ontstaat wanneer de geldhoeveelheid snel toeneemt en deze toename van de geldhoeveelheid niet ondersteund wordt door de groei van het BBP.
Sedert 2008 waren we in de Westerse wereld getuige van een enorme toename van de geldhoeveelheid om failliete banken kunstmatig overeind te houden.

Politici en centrale bankiers zijn Uw geld waardeloos aan het maken om hun eigen fouten te verdoezelen.
Met dit eenvoudig gegeven houdt U best rekening bij het beheer van Uw spaarcenten.

De bekendste periode van hyperinflatie is ongetwijfeld die van de Duitse Weimar Republiek in 1923. Vooraleer men toen op de resetknop drukte was één dollar gelijk aan 4.000.000.000.000 mark.

In het Romeinse Rijk vinden we het best gedocumenteerde voorbeeld van hyperinflatie in Egypte, waar de prijs van een eenheid tarwe tussen de jaren 276 en 334 steeg van 200 drachme tot 2.000.000 drachme of een inflatie van één miljoen procent in een periode van 58 jaar.

In China werd in de tiende eeuw voor het eerst papiergeld ingevoerd waarvan de waarde gekoppeld werd aan goud, zilver of zijde. Toen men tijdens de Yuan Dynastie (1271-1368), om hun oorlogen te financieren, overging tot het ongelimiteerd drukken van papiergeld werd dit uiteraard waardeloos. Recenter kende China een periode van hyperinflatie in de periode 1943/1955. In 1955 voerde Mao de Renminbi (geld van het volk) als nieuwe benaming voor de yuan.
Om een idee te krijgen over de moordende impact van de inflatie in China is het interessant om te weten dat 1 Renminbi in 1955 gelijk was aan 15.000.000.000.000.000.000 yuan van voor 1948.

Het verhaal van de waardeloze Franse assignaten kennen de meesten onder ons nog van de schoolbanken.
Wereldrecordhouder inflatie is tot op heden echter Hongarije, waar in 1946 op 18 augustus 400 octillion pengö gelijkgeschakeld werd met 1 forint.
1 octillion is het getal één gevolgd door 27 nullen. Eén forint had bij zijn invoering dus een waarde van 400.000.000.000.000.000.000.000.000.000 pengö.